Vakantie 2017 (Kroatië)

We vertrekken op maandag 31 juli (deze keer reizen we met de auto) en rijden Duitsland redelijk snel door, ondanks de vele wegwerkzaamheden. We overnachten in een Ibis hotelletje in Neurenberg.

Via Salzburg rijden we de volgende dag verder richting de grens Italië / Slovenië. We maken nog een stop in Oostenrijk en overnachten in een Gasthof. Het is leuk wandelen daar langs de Wörthersee en we eten op een gezellig terras. Daar ontbijten we de volgende morgen ook en duiken daarna Slovenië in via de Wurzenpass. Het land oogt groen en mooi.

We gaan de grens over bij Koper en rijden ons land van bestemming binnen: de meest westelijke provincie van Kroatië: het schiereiland Istrie. Het weer is goed; heel warm zelfs.

We zetten de tent op bij camping Park Umag in Umag (Karigador) aan de Adriatische kust; deze is mega groot. Het is even acclimatiseren bij een temperatuur tegen de 40 graden, maar de prachtige zee maakt alles goed. We brengen de dagen door aan het strand en bezoeken het levendige, toeristische havenstadje Porec met de schitterende Euphrasiusbasiliek. We reizen door richting Pula en vinden een plekje op Camping Bi Village, weer een mega-grote camping. Vanuit de tent hebben we uitzicht op de Brijuni-eilanden (groep van 14 kleine eilanden in het noorden van de Adriatische Zee). Fazana ligt op loopafstand; we wandelen langs de gezellige promenade naar het plaatsje, dat in feeststemming is (dag van de bevrijding en nationale dankbaarheid).

De volgende dag houden we een relaxed dagje aan het strand en eten die avond weer in het gezellige plaatsje. We zien in de verte over het water, dat het onweert in Italië. Als de wind begint op te steken lopen we snel terug naar de camping. Onderweg begint het te stormen en regenen en bij de tent aangekomen is het al te laat: de tentstokken zijn verbogen en de tent waait haast de lucht in. We houden de tent zo goed en kwaad als het kan in bedwang en als de storm gaat liggen besluiten we in de auto te gaan slapen; alles is nat en vies. De volgende ochtend, als het licht wordt, ruimen we de natte, modderige puinhoop op. Gelukkig droogt het spul snel vanwege de hoge temperatuur. 's Middags repareert Aart samen met de buren, die ook getroffen zijn, de tentstokken.

De volgende dag pakken we de boel op en rijden binnendoor naar Bocali en we nemen de pont naar het eiland Cres. Over het mooie eiland rijden we door naar het zuiden en vinden op Mali Losinj een (simpele) camping, Kamp Rapoca), aan een strandje: Rapoca. Het nabijgelegen plaatsje Narazine is druk en gezellig. Ook daar kun je heerlijk ijs eten.

We nemen de volgende morgen om 8 uur de bus om een excursie te gaan maken; we hopen daarbij dolfijnen te spotten. We rijden naar Malin en pakken daar de boot; we varen naar het eiland Silba. (the Island of Love and Pedestrians) en maken onderweg een koffiestop in Ilovic. Op de boot wordt een heerlijke vislunch geserveerd en de wijn is niet aan te slepen.

We worden gedropt op een prachtig strand; het weer blijft nog even goed, maar daarna betrekt het. Na een paar uur gaan we weer aan boord en blijven we op het bovendek. Wie weet spotten we nog dolfijnen. We praten een tijdje met Slovenen en binnen in de kajuit wordt het steeds gezelliger en luidruchtiger: er worden uit volle borst zeemansliederen gezongen. Na deze gezelligheid rijden we met de bus retour camping.

De volgende dag gaat de reis verder; we hoppen naar het volgende eiland Krk., ook wel het gouden eiland genoemd. We nemen de pond en komen weer op een heel ander eiland terecht: het heeft een mediterrane sfeer. Het eiland heeft vele inhammen en baaien en is een overwegend groen. Het glooiende landschap is afwisselend: bepaalde gedeelten zijn dor, kaal en steenachtig en elders zijn dichte bossen. Wij rijden door naar het zuiden en komen terecht in Baska in een schitterend witachtig rotslandschap. We vinden een gezellige, mooie camping (camping Skrilla), waar we wel schaduwplekken moeten creëren; het is heel warm! We vermaken ons een paar dagen op het leuke strand bij de camping. Ook rijden we door naar het uiterste puntje van het eiland: Stara Baska, een schilderachtig vissersdorpje vol vijgenbomen met schitterende stranden. De weg ernaartoe is smal; het lijkt alsof je naar het einde van de wereld rijdt. Die avond drinken we iets in de bar met onze deutche freunde, als bedankje voor de schaduwdoeken, tevens afscheid van Krk. Want de volgende dag nemen we de brug naar het vastelanden als doel Opatija. Onderweg rijden we door Rijjeka, een grote stad. We blijven een paar dagen op de camping Opatija vlakbij het strand en bezoekende de bus de stad. Het is een luxe badplaats, waar je heerlijk kunt rondslenteren en winkelen.

Daarna vatten we de terugreis aan en verlaten het fantastische vakantieland. We rijden in twee dagen terug; de tussenstop maken we in de buurt van München.

Thuisgekomen staan er 3200 km. bij op de teller. We kunnen stellen, dat we de motoren weliswaar gemist hebben, maar we zijn blij, dat we niet in de hitte hebben hoeven toeren.